Is het Enneagram een mandala?
Mullah
Nasrudin en de mandala
Mullah Nasrudin probeerde voortdurend te weten te komen wat datgene was wat hij niet wist maar waarvan hij zeker was dat het er moest zijn. Na zeer lang denken over het ondenkbare kwam hij niet verder dan een stuk krijt te nemen en allerlei tekeningen op zijn muur te maken. Zo probeerde hij er achter te komen hoe datgene dat hij niet kon bedenken er uit zou zien. Na vele pogingen kwam hij op de cirkel. "Dat is juist" zo voelde hij. "en nu nog een vierkant erin" en zo was het nog beter.
Toen kwamen de leerlingen van Nasrudin, zij zagen zijn tekeningen en tekenden ze na. Zo keerden ze zonder het in de gaten te hebben het hele proces om. Ze begonnen met het resultaat en hoopten op die manier het proces van inzicht af te dwingen dat nu juist tot dit resultaat had geleid. Zo ging het destijds en zo gaat het vandaag de dag nog steeds.
naar (Jung, 1988)
1. Inleiding
Wat is een mandala?
Het sanskriet woord "mandala" betekent in algemene zin "cirkel". Meer speciaal op psychologisch, religieus en cultisch gebied wordt met een mandala een cirkelvorm bedoeld die gevuld is met symbolen. Mandala's worden over de hele wereld en in vele, zo niet alle culturen gevonden en vertegenwoordigen dan ook een belangrijk archetype. Mandala's drukken niet alleen iets uit, maar ze oefenen ook een werking uit op degene die actief met de mandala bezig is.
Mandala's worden op vele manieren gemaakt en gebruikt, zo kunnen ze geschilderd, gebrandschilderd, getekend, gebeeldhouwd, gebouwd maar ook gedanst of gelopen worden.
Is het Enneagram een Mandala?
Zoals ik bij de beschrijving van de oorsprong van het Enneagram heb aangegeven, komt het Enneagram zoals dat in het Westen bekend is uit een tweetal scholen of "tradities" voort. Dat zijn: de school van Georgei Gurdjieff en die van Oscar Ichadzo.
Het Enneagram wordt door beide scholen gezien als een bijzondere en unieke figuur die op een bepaalde manier, passend bij de traditie van de school wordt uitgewerkt. Mijns inziens is het Enneagram niet zo uniek als het op het eerste oog lijkt. Mijn stelling is, dat het een variant is van de symbolische vorm die met de naam mandala wordt aangeduid. De mandala is, in termen van de psycholoog Carl Jung, een representant voor een archetype, en wel het sterkst verbreide en meest fundamentele archetype dat er is. We vinden haar bij vele, zo niet alle culturen in alle tijden. De mandala bestond al en werd intensief gebruikt voordat het schrift werd uitgevonden.
Kennis van en inzicht in de mandala, inclusief het gebruik ervan door verschillende culturen en tijden heen werpt een heel nieuw licht op de diepere aard en de gebruiksmogelijkheden van het Enneagram.
In deze verbredende studie wordt uiteengezet wat een mandala is en hoe het gebruikt werd en wordt. Verder zal aannemelijk worden gemaakt dat Het Enneagram een mandala is, wat de functie ervan is en hoe het op andere manieren gebruikt kan worden dan volgens de bekende literatuur.
2. Voorbeelden van mandala's buiten West-Europa
De yantra en de stupa in het Tibetaans boeddhisme
In het Tibetaans boeddhisme vinden we vele toepassingen van Mandala´s als cultisch instrument ze worden hier yantra´s genoemd. Ze kunnen op tempels gebeeldhouwd zijn, als zandfiguren op de grond liggen of als schilderingen of tekeningen zijn uitgevoerd.
De yantra is een abstracte symbool van een icoon, energie of godheid. Het betekent letterlijk: dat wat de essentie bewaart (YAN) en bevrijding geeft (TRA). Het wordt gebruikt bij meditaties over de eenheid binnen de polariteit van tegenstellingen en kan de mediterende terugbrengen naar het gevoel van heelheid dat ligt boven of achter de tegenstellingen. Vooral bekend is de 'shri-yantra' van kunstig vervlochten driehoeken met naar boven en naar beneden gerichte top (uitdrukking van dualiteit), omlijst door lotusbladeren en cirkels binnen een kwadratische structuur.
Een bijpassende toon, woord of zin wordt mantra genoemd, tijdens de meditatie op de yantra kan een bijpassende mantra worden gereciteerd. Bijvoorbeeld de bekende mantra "Om mani padme hum" wat betekent: "De Parel is in de Lotus"
Boudhanath is de grootste en waarschijnlijk meest imposante stupa van Nepal. De stupa is het culturele en spirituele centrum van de Tibetaanse vluchtelingen die zich meer dan 45 jaar geleden in Kathmandu hebben gevestigd. Hier hebben ze alle vrijheid om hun religieuze handelingen te verrichten.
De
36 meter hoge, hagelwitte koepel steekt af tegen de helderblauwe lucht en
de doordringende ogen van Boeddha hebben op velen een sterke aantrekkingskracht.
De grondstructuur, die ongeveer 100 meter breed is, stelt een yantra voor.
De yantra is ook hier een magisch, geometrisch figuur gewijd aan de godheid
waarop gemediteerd kan worden. Deze structuren zetten aan tot meditatie.
In het Boudhanath complex bevinden zich 108 buddhabeeldjes en 136 gebedsmolens.
De pelgrims lopen rechtsom (met de klokrichting mee), draaien aan gebedsmolens en prevelen gebeden waaronder het alom bekende 'Om mani padme hum'. Sommige van deze pelgrims komen helemaal uit Tibet hierheen en verrichten onderweg steeds dezelfde rituele handelingen. De mediterende persoon betreedt de stupa en beweegt zich geleidelijk naar het centrum waar het goddelijke gevestigd is. Één worden met deze centrale figuur staat gelijk aan het opperste geluk ervaren.
Initiatiegebieden in mandalavorm
Mandala`s worden ook gebruikt als inwijdingsinstrument bij allerhande vormen van initiatie, zoals de jongelingsinitiatie bij archaïsche volken. Mircia Eliade beschrijft de inrichting van initiatiegebieden, bijvoorbeeld bij de Kamilaroi.
"De Kamilaroi maken voor de initiatie twee cirkelvormige gebieden gereed, die door een pad met elkaar zijn verbonden. In het centrum van het grootste gebied, met een diameter van 20 meter wordt een paal van drie meter hoogte neergezet. De top ervan is getooid met een bosje emoeveren. In de andere cirkel worden twee bomen geplaatst met de wortels in de lucht. Ze worden begoten met wat mensenbloed.
Langs het verbindende pad worden figuren aangebracht, getekend of van klei gemaakt. We vinden Baiamai het Opperwezen, de mythische voorouders, afbeeldingen van de eerste door Baiamai ingewijde initiatiegroep en allerhande dierafbeeldingen.
Dit terrein stelt het oorspronkelijke kamp van Balamai voor, met de mensen die bij hem waren. De initiatie die gaat komen is een herhaling van de daden van Balamai. De gehele ritus is een opnieuw tot leven brengen van het mythische gebeuren van het scheppende werk van Baiamai. Bovendien is het een regeneratie van de wereld, want de inwijdingsplaats is een afbeelding of symbool van de wereld die geheiligd is door de aanwezigheid van het goddelijk wezen. De mythische tijd herleeft, De Heilige Tijd van de oorsprong wordt opnieuw tot leven gebracht en daarmee alles wat die mythe verhaalt gereactualiseerd".
Op een andere plaats geeft Eliade ons inzicht in het soort ervaring dat de noviet kan ondergaan. Ook betreft het een volledig ingerichte inwijdingsplaats.
"Terwijl hij het centrum nadert, beweegt de leerling zich in de richting van het centrum der wereld. In feite betreedt hij, zodra hij de mandala is binnengetreden een heilige ruimte buiten de tijd de goden zijn reeds "neergedaald". Een serie meditaties waarop de leerling van tevoren reeds is voorbereid, moet hem helpen de goden in zijn eigen hart te vinden. In een visioen ziet hij deze hieruit te voorschijn treden en er weer in verdwijnen. Met andere woorden hij leert het eeuwige proces van periodieke schepping en vernietiging van universa uit eigen ervaring kennen. Dit stelt hem in staat de ritmen van de grote kosmische tijd binnen te gaan en de leegheid daarvan te doorzien. Hij verbreekt de ketenen van samsara en gaat een transcendentale wereld binnen".
De mandalavorm bij een Gnostische initiatie
Omstreeks het jaar 0 waren er in het gebied rondom de middellandse zee initiatiereligies met gnostisch karakter. Gnosis is een vorm van kennis die tot bevrijding kan leiden, of zoals een gnostische formule het stelt:
"Wat bevrijdt is de kennis van wat wij waren en van wat wij werden, waar wij waren en waarin wij geworpen zijn, waarheen wij ons spoeden en waarvan wij verlost zijn, wat geboorte is en wat wedergeboorte".(Jonas, 1969)
Er is zeer weinig van bekend hoe procedures en processen tijdens zulke initiaties daadwerkelijk verliepen. Voor zover mij bekend is er slechts een enkele beschrijving die redelijk compleet is en waarschijnlijk authentiek. Het is bekend onder de naam Parijse papyrus 574 en stamt uit het begin van de vierde eeuw na Christus. Papyrus 574 bevat naast aanroepingen en instructies ook beschrijvingen van de verschijningen en ervaringen die de Myste (inwijdeling) te wachten staan.
Op een gegeven moment wordt beschreven hoe de Myste een visioen krijgt waarin hij zich in een Omkring bevindt. Dat wil zeggen in een cirkelvormige ruimte. In de Omkring bevinden zich gesloten deuren die door uitvoering van bepaalde handelingen geopend kunnen worden. De Myste roept de hulp in van "De Gezand van het Licht", mogelijk in dit mysterie Mithras en deze opent de deuren. Eerst verschijnen zeven jonge vrouwen met slangengezichten en gouden scepters in hun handen, dit zijn de Tychai of Hemelse Fortuna's. Dan verschijnen zeven jongelingen "met aangezichten als zwarte stieren" in linnen lendendoeken gekleed en met zeven gouden strengen op hun voorhoofd. De Myste moet al deze wezens met hun naam begroeten. Tenslotte nadert de Myste het centrum van de cirkel en ontmoet de grote Inwijder, hij gaat op in het mysterie van het centrum terwijl hij zegt:"Geboren uit de toestand van geboorte en dood, die geboorte geeft aan sterfelijke wezens, ga ik nu ik vrij ben geworden over tot de toestand die de geboorte overtreft zoals Gij dat hebt verordonneerd en het Mysterie hebt ingesteld".(Mead, Onbekend)
Ook in deze beschrijving zijn de archetypische contouren van een mandala te herkennen, maar nu in de vorm van inwijdende en visionaire ervaringen en uiteindelijk mystieke eenwording.
De derwisj dans
Mandala's worden gedanst door derwisjen als meditatieve methode om contact met de Ene te krijgen. De derwisjen dansen om in een bepaald innerlijk gevoel te komen. De dans is heel simpel, men draait rond om zijn eigen as door de voeten op de juiste manier neer te zetten. Alleen volledig centeren in de eigen as voorkomt duizeligheid.
De armen zijn vrij en kunnen op verschillende manieren gebruikt worden. Één palm omlaag om contact te maken met de aardekracht, één palm omhoog om contact te maken met de hemelkracht, of beide palmen omlaag of omhoog. Horizontaal uitgestrekt, naar de grond wijzend, of ten hemel geheven. Het maakt eigenlijk niet uit, geeft alleen een net iets andere kleuring aan de ervaring van gecentreerd zijn, op een lijn tussen hemel en aarde.
Wanneer volledig in het eigen centrum gedraaid wordt ontstaat een bijzondere ervaring. Met open ogen zie je de wereld om je heen draaien. Je ervaart jezelf als het centrum van je eigen universum. Gaandeweg leer je om je feilloos in die rondtollende wereld te oriënteren.
![]() |
Voor de derwisj is elke stap voor zijn Geliefde. |
3. Voorbeelden van mandala's in het oude Europa
Het Pantheon


Het labyrint van Chartres
Het
labyrint in de kathedraal van Chartres. De plaats waar nu de kathedraal
van Chartres staat, was al in de prehistorieeen
heilige plek. De bouwers van megaliet kringen, zoals die van Stonehenge,
bouwden hier een "dolmen". Dit waren door een aarden wal omgeven verticale
stenen met daarboven een platte deksteen. Zo ontstond in de heuvel, naast
een bron, een overdekte ruimte die als onuitputtelijke bron van energie
werd gezien. Volgens de overlevering stichtten de Kelten hier een mysterieschool
die een verbreidingscentrum van de Druidische leer werd. Via een profetisch
visioen kwamen de Druïden te weten dat een maagd een kind zou baren.
Zij sneden uit de stam van een perenboom het beeld van deze maagd met kind
en plaatsten dit in de dolmen. De eerste christenen die in de 3e eeuw naar
Chartres kwamen ontdekten
het
beeld, inmiddels zwart van ouderdom, en vereerden het als de Zwarte Madonna.
De dolmen kreeg de naam "La Grotte des Druïdes" (grot van de Druïden)
en de crypte werd eromheen gebouwd. De bron werd "La Source des Forts" (Bron
van Kracht) genoemd.
Het doolhof is ongeveer 12 meter in doorsnede en het symbool voor de kosmos, het totaal, maar ook van het individu en de (levens)weg die moet worden afgelegd. Het labyrint wordt de "Chemin de Jerusalem" genoemd. Ook hier is het centrum de meest heilige plaats, gesymboliseerd door de stad Jeruzalem. In plaats van een echte pelgrimage naar Jeruzalem, is het mogelijk hier een symbolische pelgrimage te maken. Bijvoorbeeld door op de knieën in devotie de weg naar het centrum af te leggen.
De Neolithische steencirkels, Stonehenge
Stonehenge
in Engeland gaat terug tot 3000 bc, de plaats was toen een cirkelvormig
bouwwerk met een diameter vanongeveer
85 meter. In het midden was een eenvoudige houten structuur ook al in de
vorm van een cirkel. Een ring van 56 putten om dat middelpunt laat vermoeden
dat daar een kring van palen heeft gestaan. Pas vanaf 2550 bc werden de
constructies van stenen gebouwd.
Er is geen definitief of compleet antwoord mogelijk op de vraag waarom stonehenge is gebouwd. Gezien de geweldige inspanningen die de bouw gekost heeft moet het doel wel uiterst belangrijk zijn geweest voor de bouwers. Omdat de bouwers van Stonehenge met in het bouwwerk geïntegreerde symbolen werkten kunnen de onderzoekers toch ideeën ontwikkelen door parallellen te veronderstellen met andere oude culturen waar meer van bekend is. Zo wordt een globale reconstructie mogelijk van het gebruik van het bouwwerk en van de achterliggende mythen.
Stonehenge, Avebury maar ook de andere stenen monumenten van West europa zijn allemaal gebouwd in de tijd dat Neolithische boeren geloofden in een Aarde Moeder en een Lucht Vader. Vanuit deze kennis is te veronderstellen dat Stonehenge een openlucht tempel is, die is gewijd aan de verering van de Aarde Moeder. Het monument is vol met vrouwelijke symbolen. De verschillende concentrische cirkels en U-vormige constructies lijken de baarmoeder van de Godin te representeren, de boog van stenen representeert dan haar vulva. Analoog aan bijvoorbeeld Hindoe tempels ligt voor de hand dat het object van de cultus zich op het focus punt, dat is het centrum van de tempel, staat. Op die plek staat wat vanaf de 17e eeuw de altaarsteen wordt genoemd, die altaarsteen glinstert en schittert in de zon vanwege het aanwezige mica.
De as van de tempel staat in de richting van de opgaande zon op midzomer
dag. Alleen bij zonsopgang opmidzomer
dag dringt de opgaande zon de de centrale boog binnen en verlicht de steen
van de Godin, de altaarsteen met zijn stralende energie. Dit is het spectaculaire
moment van het huwelijk en de eenwording van de God en de Godin. De scheppingsmythe
van de bouwers van Stonehenge wordt hier gereactualiseerd, de Aarde moeder
en de Lucht god kwamen samen om de wereld te scheppen door middel van hun
vereniging. Het midzomer feest dat bij Stonehenge gevierd werd was de jaarlijkse
en dramatische reactualisering van die gebeurtenis. Het is aannemelijk dat
hetzelfde gebeurde op de andere steencirkels op de Britse eilanden en dat
Stonehenge in Engeland, Maeshowe in Schotland en Newgrange in Ierland daar
de mooiste voorbeelden van zijn. Hoe de bouwers van deze plaatsen in steen
en licht het concept neer zetten van de het huwelijk van de Goden.
In Stonehenge treedt er kort na zonsopgang nog een ander indrukwekkend verschijnsel op. De fallische schaduw van de veroorzaakt door de Heel Stone (waarschijnlijk de symbolische vertegenwoordiger van de Lucht god op aarde) dringt de boog binnen die staat voor de Vulva en raakt de altaarsteen.
4. Mandala's in het moderne westen
De dieptepsychologie van Carl Jung
Jung noemde de mandala het archetype van de totaliteit. Hij maakte tijdens zijn therapie gebruik van creatieve methoden en ontdekte dat zijn cliënten op dieptepunten of crisismomenten in hun proces mandala's begonnen te tekenen. Dit bleek ook het moment waarop de genezing van de cliënt begon, kennelijk heeft de mandala een genezend effect.
Zelf zegt hij daarover het volgende:
"Terwijl cultische mandala's altijd een bijzondere stijl en een beperkt aantal typische motieven als inhoud hebben, maken individuele mandala's gebruik van een bij wijze van spreken onbeperkte hoeveelheid motieven en symbolische toespelingen. Daaruit is op te maken dat ze óf de totaliteit van het individu in zijn uiterlijke of innerlijke wereld beleving, óf het essentiële innerlijke centrum waarop alles betrokken is proberen uit te drukken. Het object is het zélf, in tegenstelling tot het ik. Dit laatste is slechts het centrum van het bewustzijn, terwijl het zelf de totaliteit van de psyche in het algemeen, namelijk het bewuste en het onbewuste omvat...
...Dienovereenkomstig wordt ook in de westerse mandala de "scintilla", zielevonk, de diepste goddelijke essentie van de mens, gekenmerkt door symbolen, die evengoed godsbeelden zouden kunnen aanduiden, namelijk het beeld van de in de wereld natuur en mens ontplooide godheid.
Dat dergelijke beelden in bepaalde omstandigheden een aanzienlijk therapeutisch effect hebben op hun makers is empirisch vastgesteld. Dit is ook gemakkelijk te begrijpen, aangezien ze vaak een een zeer koene poging betekenen tot een samenvatting en samenstelling van schijnbaar onverenigbare tegenstellingen en tot overbrugging van ogenschijnlijk hopeloze scheidingen. Ook alleen maar een poging in deze richting pleegt een heilzaam effect te hebben....."
Modern gebruik van mandala's
De eerder beschreven mandala's vormen als het ware een kosmische blauwdruk. Ze beschrijven op symbolisch niveau hoe de wereld in elkaar steekt en hoe de basale energieën of Goden zich in de wereld manifesteren dan wel ontplooien. Jung is voor zover ik weet een van de eersten die de mandala ook ziet als een blauwdruk voor het persoonlijke, bij spontane generatie van mandala's bij zijn cliënten is dit een (onbewuste) activiteit van healing.
Tegenwoordig zijn er veel sites op internet en een groot aantal boeken over mandala's en vele cursussen waar je kunt leren om mandala's te tekenen, te borduren, te schilderen of te dansen. Ze zijn over het algemeen gebaseerd op de veronderstelling dat het werken met mandala's helend werkt dan wel je in je centrum brengt.
Voorbeeld van een les waarin gebruikt wordt gemaakt van mandala's
Het betreft een les levensbeschouwelijke communicatie in groep zes van een school in Oldenzaal. Het thema van de les was: de dood. De les bestond uit vier delen:
- Een associatieronde over de dood. De kinderen noemen woorden die met de dood te maken hebben. Zo werden genoemd: kist, grond, ster, maan, vogel, bloem, kaars, kruis, engel, uil, verdriet, pijn, angst, donker, licht, zon.
- De kinderen mochten elkaars associaties gebruiken bij het tekenen en kleuren van hun mandala.
- Ze schreven op wat ze hadden getekend en waarom ze voor die kleuren en tekeningen hadden gekozen.
- Ze bekeken en bespraken elkaars mandala's.
Een deel van de kinderen heeft religieuze symbolen in de mandala getekend. In de mandala's van Bart en Jessie staan christelijke symbolen (kruis, wierook), in die van Aciye staan islamitische symbolen (uil, ster). Tijdens het bespreken van de mandala's legden de kinderen elkaar hun symbolen uit. Het was voor de leerkracht aanleiding om in de weken erna lessen te besteden aan verhalen, symbolen en rituelen uit het christendom en de islam die te maken hebben met de dood.
Symboliek in de mandala
Mandala's kunnen uit een groot aantal verschillende symbolen zijn opgebouwd, waarvan er een aantal, met een basaal karakter, regelmatig terugkeren. We zullen er er hier enkele van behandelen:
De omkring of cirkel; Het belangrijkste symbool is uiteraard de cirkel. Zonder cirkel is er immers geen sprake van een mandala. Het centrum van de cirkel verwijst naar Ene Zijnde, het tijdloze in zijn volkomen toestand. Het Ene Zijnde is hier (nog) niet tot aanschijn gekomen, ze is onzichtbaar en onkenbaar. Ze kan alleen vermoed en gemarkeerd worden vanuit het gegeven dat er een omtrek is. Voor een zichtbare omtrek moet er verschijning en dus schepping zijn, het onkenbare wordt in de verschijning van het kenbare vermoed. Maar in de verschijning is er iets gebeurd met het onkenbare. Hegel zou zeggen de Ene is uit de toestand van "An-Sich" -zijn getreden is om de toestand van "Fur-Sich" -zijn te bereiken.
De omtrek is ook bijzonder, de afstand van het centrum tot elk punt op de cirkel is even groot. De omtrek zelf omvat een oneindig aantal punten op die afstand van het centrum. De cirkel is volledig, vol in de omtrek en leeg in het centrum. De ruimte tussen de leegte van het centrum en de volheid van de omtrek is een heilig plaats, het is namelijk de plaats waar alles manifest kan worden vanuit het creërende centrum.
In de Hermetica is er een prachtig gezegde dat precies aangeeft wat de cirkel in de mandala symboliseert.
"De Ene is een met intelligentie begiftigd wezen, wiens centrum overal en wiens omtrek nergens is".
De wereldslang Oeroboros;In het vorige punt is de cirkel statisch opgevat, maar er is nog een ander aspect aan de cirkel, er kan een beweging plaatsvinden over de cirkel heen, de beweging is cyclisch, ze keert terug naar
het punt waar ze begon. Dit is de beweging van cyclische vernieuwing. Het staat voor geboren worden, wassen tot volwassen wording, verlies van elan, dan afsterven en donkere periode doorgaan van worstelen met de krachten van de duisternis en wedergeboren worden. Dit proces van dood en wedergeboorte herkennen we bijvoorbeeld in de grote ritmen van de natuur. De wisseling van de seizoenen, de wisseling tussen dag en nacht, de wassende en afnemende maan enz. Daar past ook een wisseling tussen licht en duister bij. Het symbool is de omtrek van de cirkel maar meer specifiek is het symbool de Oeroboros, de draak of wereldslang die in zijn eigen staart bijt. Rechts is de Oeroboros van de Azteken weergegeven, links de Grieks-Byzantijnse vorm.
De Shri Yantra;Is een veel voorkomende yantra. Enerzijds is ze herkenbaar als een bepaald type mandala, anderzijds is er een grote rijkdom aan symbolen zodat de individuele yantra's allemaal van elkaar verschillen. De yantra ondersteunt de concentratie van de mediterende door de buitenste cirkelvorm, de aandacht wordt daardoor als vanzelfsprekend naar het centrum geleid. In feite wordt de wereld daaromheen buitengesloten van de aandacht. De buitencirkel of buitenrand is vaak rood van kleur en/of bestaat uit vuur. Dit is het vuur van de begeerte, dit leidt tot dingen willen hebben, dan wel iemand willen worden in plaats van eenvoudigweg te zijn te zijn wat je ten diepste al bent. Hieruit ontstaat het onnodige lijden, wat leidt tot het verblijf in de duisternis, soms gesymboliseerd door afbeeldingen van een begraafplaats, hier gesymboliseerd door het gebied met een diep zwarte kleur.
Daarbinnen zien we een soort kloosterhof met vier ingangen of poorten, soms zijn er poortwachters die de ingangen bewaken. De kloosterhof symboliseert deafgeslotenheid van de heilige ruimte, ze symboliseert tegelijkertijd de weerstanden die mensen ervaren als ze hun eigen innerlijk gaan onderzoeken.
Soms is in de yantra de mandala omgeven door een vierkant en kan ook de vierkante kloosterhof buiten de cirkel liggen. De "vierkante" wereld is de "gewone" wereld waarin we dagelijks leven zonder besef van onze diepste essentie die gerepresenteerd wordt door het centrum van de mandala. We leven hier in onwetendheid. Soms zijn in de hoeken van een van de vierkanten vier figuren getekend, deze representeren in het algemeen vier richtingen, bijvoorbeeld de vier windstreken.
De Mantra bevat meerdere concentrische cirkels die elk datgene dat er buiten ligt buitensluit en wat er binnen ligt bijeenhoud en als heelheid presenteert. De krans lotusbloemen staat voor de verzameling kwaliteiten of hoedanigheden in het innerlijk van de mens die als een lotusbloem tot volle bloei kan komen. De driehoeken stellen de veelheid aan hoedanigheden voor die vanuit het centrum verschijnen. De driehoek zelf is een symbool van eenheid die de polariteit van de tweeheid overstijgt. Tenslotte is er het centrum zelf, de geheimzinnige plek die, zelf onzichtbaar en onkenbaar de bron van al het zichtbare en kenbare is. De complete yantra is nu te zien als een symbolisch beeld voor het continu scheppende proces van de wereld vanuit het centrum. Zie ook:(Jung, 1988),(Wilhelm, 1975),(Arguelles, 1980).
5. Is het Enneagram een mandala?
De vorm van het Enneagram
Het
Enneagram in zijn, in de meeste publicaties gebruikte vorm is een cirkel
met negen punten, een driehoek tussen de punten 6-9-3 en een aantal verbindingslijnen
tussen de 1-4-2-8-5-7-1. Sommige auteurs zoals Almaas werken met drie driehoeken
binnen de cirkel. De negen punten worden dan in
een
aan die driehoeken verbonden volgorde verder uitgewerkt. Door studenten
van de Vierde Weg van Gurdjieff wordt nog ten minste één extra
driehoek onderscheiden en een veel groter aantal lijnen gebruikt. Elke verbindingslijn
heeft daarbij een eigen betekenis. Omdat het hier gaat om een traditie van
mondelinge overdracht is er weinig in boekvorm over gepubliceerd, maar met
wat zoeken op internet zijn er toch wel enkele publicaties over te vinden.
Elk van de punten representeert een essentie of kwaliteit die afgeleid is
van het centrum. Deze kwaliteiten beïnvloeden elkaar en staan via de
lijnen op vele manieren met elkaar in verbinding. De punten en lijnen in
het Enneagram zijn allemaal van symbolische betekenis. In een verdiepende
studie zal ik nader ingaan op de vorm van het het Enneagram.
De mandala symboliek van het Enneagram
Het Enneagram bestaat uit abstracte symbolische vormen, waarvan we er hier enkele zullen behandelen:
- De cirkel met als centrum het onzichtbare Ene Zijnde en als omtrek de manifestatie van de Ene in de vorm van de Velen in de wereld. Dit is de eerder besproken grondvorm van de mandala. Dit spoort met de opvattingen van Gurdjieff die zegt:"Bij het objectieve weten, is een van de meest centrale ideeën die van de eenheid van alles, van eenheid in verscheidenheid. Sinds de vroegste tijden hebben de mensen die dit begrepen, getracht een middel te vinden om dit idee in een voor anderen verstaanbare vorm door te geven". naar (Ouspensky, 1975)
- De negen puntenop
de omtrek. Deze negen punten zijn negen facetten van heelheid die afgeleid
zijn van de eenheid in het midden van de cirkel. Oscar Ichadzo zegt hierover:
"In navolging van Plato hebben de neoplatonici de structuur van de
psyche op basis van de Getallen van Pythagoras samengevat in tien principes,
die worden geïnterpreteerd als Universele Principes en in mijn systeem
als de Tien Goddelijke, Heilige Ideeën, Waarvan de tiende de Eenheid
van het Pleroma van de Ene is". (Almaas
2002)
In het middeleeuws christendom, bijvoorbeeld in Dante's Divina Commedia vinden we die negen principes terug in de vorm van negen soorten intelligentie's die hier Engelen worden genoemd en die rechtstreeks afgeleid zijn van het (neo)platonisme. Het tiende principe is de heilige roos van de Goddelijke drieeenheid.
In oude religies, bijvoorbeeld in het oude Egypte zijn de negen principes voorgesteld als negen goden, die dan worden gezien als de namen of de ledematen van de Ene. De goddelijke Enneade staat dan aan de top van de godenhiërarchie, zij vormen de Grote Goden van Egypte.
A.H. Almaas werkt de negen principes zoals die door Ichadzo zijn geformuleerd uit in een ontologie. Dat wil zeggen in een leer of overzicht van de hoedanigheden van het het zijnde. Claudio Naranjo werkte het psychologisch niveau van deze hoedanigheden uit tot het bekende perspectief op de negen psychologische typen. - De cirkelomtrek wordt door Bennett beschreven als de slang Chronos die in zijn eigen staart bijt. De cirkelomtrek staat in deze opvatting voor de normale fysieke tijdlijn en wordt in elk geval binnen de Vierde Weg als zodanig gebruikt.
- De driehoek is in het Enneagram de basale figuur, die van de eenheid die zich splitst in de tweeheid of (schijnbare) polariteit. De top van de driehoek staat hier voor de eenheid de twee punten van de basis staan voor de tweeheid.
- De 1-4-2-8-5-7-1 verbindingslijnen beschrijven afhankelijk van de toepassing energetische of mentale ontwikkelings-processen.
De symboliek van de mandala en het Enneagram komt volledig overeen. Dan mag ook de conclusie worden getrokken dat het Enneagram een mandala is van fundamenteel archetypisch niveau. Omdat ze in de gebruikelijke vorm alleen maar meetkundige symbolen, soms gebaseerd op rekenkundige reeksen, bevat is het bovendien een mandala met een zeer hoog abstractieniveau. Het fundamenteel archetypisch niveau, gecombineerd met de hoge abstractie biedt als voordeel de diepgang en algemene geldigheid van de symboliek en de daarbij passende mogelijkheid om deze op vele verschillende manieren concreet uit te werken.
Zoals vermeld kennen we twee verschillende concrete uitwerkingen van het Enneagram, de uitwerking binnen de school van Gurdjieff en de uitwerking binnen de school van Ichadzo. Beide concretiseringen zullen wel wortels hebben in de opvattingen van de soefies, maar het is ook helder dat zowel Gurdjieff als Ichadzo vele eigen interpretaties en verklaringen hebben toegevoegd. Daar is absoluut niets op tegen, als we ons maar realiseren dat het Enneagram op zich een abstract symbool is met het archetypisch karakter van een mandala. Dat betekent dat we de uitleggingen en werkwijzen die gebruikt worden bij mandala's mutatis mutandis ook bij het Enneagram kunnen gebruiken.
6. Conclusies
We mogen concluderen dat het Enneagram een mandala is. Het drukt evenals andere mandala's niet alleen iets uit, maar oefent ook een werking uit op degene die actief met de mandala bezig is. Gezien de symboliek is de diepere aard van die werking, tegenstellingen overstijgend én heelmakend.
Interessant is ook dat bij het Enneagram in de benadering van Ichadzo door met name Naranjo de overgang wordt gemaakt van essenties of Heilige Ideeën naar een typologie van de persoonlijkheid. Dan ontstaat pas de populaire variant van het Enneagram, een persoonlijkheidspsychologie met een transpersoonlijk karakter.
Op geheel andere wijze maakt Carl Jung bij de mandala een overeenkomstige overgang. Hij maakt de overgang van het cultische archetypisch niveau waarbij inhouden uit het collectieve onbewuste verbeeld wordt op een wijze die past bij een bepaalde cultuur (bijvoorbeeld als Goden) naar het ektypische of psychologische niveau dat inhouden uit het persoonlijk bewuste en onbewuste omvat. Het ektype is dan een individuele uitdrukking of verbeelding van het betreffende archetype.
Bij Gurdjieff en Ichadzo is het uiteindelijk doel bevrijding, terwijl Jung in dit verband over therapeutische effecten, genezing of heling spreekt.
We kunnen ook concluderen dat serieus en diepgaand werken met het Enneagram niet zozeer betrekking heeft op het indelen in persoonlijkheidstypen, maar juist gaat over de bevrijding van het individu van de beperkende factoren in de persoonlijkheid en de integratie of terugkeer naar de oorspronkelijke heelheid van het centrum.
Mits op de juiste wijze toegepast is het Enneagram (maar ook elke mandala) een transitiemiddel om zowel conceptueel alsook in de ervaring de overgang van het persoonlijke naar het transpersoonlijke niveau van de psyche te maken.
Tenslotte is nog op te merken dat alle werkwijzen die bij de mandala's gebruikt worden voor het verkrijgen van bewustzijn van het persoonlijke en transpersoonlijke niveau, ook bruikbaar zijn bij het werken met het Enneagram:
Om er maar een aantal te noemen:
-
Op het niveau van het denken: informatie, redeneringen, theorieën en filosofieën.
- Op het niveau van het invoelen: Schilderen, tekenen, in zand neerleggen, mythen, symbolen, beelden, meditaties, geleide fantasie, muziek.
- Op het niveau van het willen: bewegen, dansen, lopen, inrichten en gebruiken van een heilige (initiatie)plaats, passende rituelen.